Literatuur
1951
- Prakken, J., "Het Jodenrijtje als herinnering aan een oude gracht". In: Maandblad Oud-Utrecht, 1951, blz. 25-29 (de auteur zoekt de locatie van de in 1306 vermelde 'zijl', een huis dat door het kapittel van Sint-Marie dan in erfpacht uitgegeven werd aan Hughen de Backer. Het huis lag nabij de Bakkerbrug, aan de westzijde van de Oudegracht, tussen de hofstede Schoonegge en 'Heren Soudenbalchs hofstede', maar de plaats van deze huizen kent de auteur niet. Uit een andere acte blijkt dat hhet in feite niet gaat om een huis, maar om een 'zijl' een waterafvoer. Die heeft te maken met 'sloot van St. Marie, in 1397 vermeld. Achter de huizen aan de westzijde van de Mariastraat liep - in 1525 - de 'slokop van St. Marie. Uit diverse gegevens concludeert de auteur ten slotte dat de zijl van de Oudegracht via het Jodenrijtje naar de Mariaplaats liep, of omgekeerd. Deze loop heeft hij ingetekend in een pattegrond)
- Prakken, J., "Nog eens het Jodenrijtje". In: Maandblad Oud-Utrecht, 1951, blz. 43-44 (Naar aanleiding van zijn vorig artikel vernam de auteur van J.H. Abelmann, Bakkerstraat 8, dat deze in het voorjaar van 1945 met anderen gegraven had in een van de oude huisjes aan de oostkant van het Jodenrijtje [ongeveer Jodenrijtje 3 (gesloopt 1976) - jp0418]. Ongeveer 1 m. achter de voorgevel werd, ongeveer 1 m onder de zware tegelvloer, fors muurwerk gevonden. De minstens 50 cm dikke muur was aan de oostzijde afgewerkt, kennelijk was dat de buitenkant. De 'reuzenmoppen' zaten erg los, de muur is tot ca 75 cm ontgraven. "De gravers hielden het direct voor een kademuur, ook om de donkere vulling die zich aan de oostkant bevond". Samenvattend ziet Prakken hierin een argument voor de Zijl van Sint-Marie als oorsprong van het Jodenrijtje.)
- 'K', "De Zijl van St. Marie". In: Maandblad Oud-Utrecht, 1951, blz. 44-46
(met situatietekening. De Zijl liep langs de hofstede Schonegge (Schoenegge). In 1356 was de eigenaar
Hughen den backer, die er dus belang bij had om over de zijl te kunnen beschikken.
Dit huis wordt in 1593 omschreven als de 'huysinge ... daer het Casteel van Antwerpen uuthangt", dus Oudegracht 129. Aan de andere kant
van de zijl lag een huis (Oudegracht 131) dat in 1356 toebehoorde aan de familie Zoudenbalch en waarbij alles tot de Lange Elisabethstraat
hoorde dat tussen de Hamsteeg en de zijl lag. Over de zijl had het perceel van
Schonegge eertijds een uitgang, zowel naar de Oudegracht als (ook nu nog) naar de Lange Elisabethstraat.
Als fors riool is de zijl
herkend toen de straat instortte tegenover de zuidpunt van het Kasteel van Antwerpen. De uitmonding ervan in de Oudegracht was bij
laag water te zien.)
- "De Zijl van St. Marie en vragen daaromheen". In: Maandblad Oud-Utrecht, 1951, blz. 60-61 (W.L. van Nieuwenhuysen stelt vragen, die de atrikelen over de Zijl bij hem oproepen.)
1952
- Registervermelding: "Zijl van St.Marie.", in: Maandblad Oud-Utrecht, 1952, blz. 4.
1955
- K[noester], [J.], "Oude Gracht 129-131". In: Maandblad Oud-Utrecht, 1955, blz. 2-6.
Ook gepubliceerd in Archeologische en Bouwhistorische Kroniek Gemeente Utrecht, 1926-1972, blz. 186-189
1984
- Kipp, A.F.E., "Oude Gracht 129". In: Archeologische en Bouwhistorische Kroniek Gemeente Utrecht, 1984, blz. 146-149 (verslag bouwhistorisch onderzoek, waarbij ook gedeelte van Zijl van Sint Marie gevonden werd, met tekening van situatie en foto in Zijl)